MM, MC, MI & More - Alle types pick-ups in één oogopslag

Al jarenlang houdt de heropleving van de lp aan. Er worden weer meer platen geperst, gekocht en beluisterd, en steeds meer nieuwkomers en herintreders verrijken de scene van vinylfans.
Voor velen is het analoge luisterplezier waarschijnlijk ooit begonnen met een simpele totaaloplossing – platenspeler, element en eventueel een phono-preamp; als voordelige set aangeraden en geconfigureerd door de vakhandelaar of snel via een muisklik op internet besteld.

Maar zoals dat gaat met nieuwe hobby’s: hoe dieper je in het onderwerp duikt, hoe meer vragen er in eerste instantie opduiken. En in tijden van plug & play, streaming en spraakbesturing biedt het analoge muziek luisteren ook relatief veel mogelijkheden om je intensief bezig te houden met de setup, instellingen en het fijn afstemmen ervan.
Het woord tuning: voor de meeste vinylfans zal een ander element waarschijnlijk de eerste en vaak ook belangrijkste klankmatige upgrade van de basisuitrusting zijn. De kwaliteitsverschillen tussen verschillende elementen zijn enorm. En dat is ook helemaal niet verrassend, het element is namelijk de eerste en belangrijkste schakel van een uiterst gevoelige weergaveketen.
Een minuscuul diamantnaaldje loopt door een flinterdunne groef van de plaat en moet daarbij de fijnste structuren aan beide kanten van de groef aftasten, waarin de akoestische informatie is vastgelegd. Deze microscopisch kleine bewegingen worden via een in verhouding enorme hefboom (de naalddrager) naar het binnenste van het element overgebracht, waar ze in minimale elektrische impulsen worden omgezet. Afhankelijk van de gebruikte techniek (daarover hieronder meer) moeten deze signalen in minstens twee, vaak ook drie of vier stappen worden versterkt, zodat ze als muziek uit de luidsprekers klinken.
Als je je de complexiteit van dit elektromechanische systeem realiseert, is het best verbazingwekkend dat het überhaupt werkt. Hoe goed zelfs voordelige instapsystemen al klinken, is respectabel. Wat een echt goed element uit een perfect afgestelde draaitafel en een schone plaat weet te halen, grenst simpelweg aan magie.
Verschillende elementen hebben vaak ook heel verschillende karakters, met hun eigen tonale eigenschappen en klankmatige voor- en nadelen. Die komen met de ene platenspeler sterker naar voren dan met de andere. Bovendien harmoniseren ze uitstekend met de ene toonarm, maar minder goed met een andere. En niet elke toonarm werkt op elke platenspeler even goed... Een speelveld vol eindeloze combinatiemogelijkheden.

Maar welk element is in welke situatie de juiste? En welke typen elementen zijn er eigenlijk, hoe verschillen ze technisch en wat zijn hun specifieke eigenschappen? Dat zijn vragen die zelfs doorgewinterde vinylhobbyisten soms tot de grenzen van hun kennis brengen. Voor lp-fans die zich er tot nu toe nauwelijks of niet mee bezig hebben gehouden, is het onderwerp al helemaal lastig te overzien.
Daarom hebben we hier een kort overzicht samengesteld van de fundamenteel verschillende types elementen die er zijn en hoe ze zich technisch en, in algemene zin, ook klankmatig onderscheiden. We geven daarbij bewust geen specifieke aanbevelingen. Er is in de hifi-scene bijna geen individueler onderwerp dan de keuze van een element. Naast de voor de hand liggende criteria (prijs, platenspeler, toonarm, phono-voorversterker) zijn er nog tal van andere aspecten en persoonlijke voorkeuren die een rol spelen. Daarom bouwen veel langjarige vinylfans in de loop der tijd een kleine verzameling systemen op, die ze afhankelijk van gebruik en stemming inzetten.
Juist bij het kopen van een element gaat er niets boven het zelf uitproberen. Je kunt dagenlang op internetfora doorbrengen of zelfbenoemde en echte experts raadplegen – uiteindelijk ligt de beslissing of een element bij jouw installatie, jouw luistergewoonten en jouw muzieksmaak past, helemaal bij jezelf.
Elementen – Technologieën in één oogopslag
MM – Moving Magnet

Tegenwoordig waarschijnlijk de meest voorkomende elementtechnologie en vooral dominant in het instapsegment. Aan het uiteinde van de naalddrager bevindt zich een magneet, die door de beweging van de naald in de groef tussen twee spoelen beweegt. Fysisch gezien is een MM-element een elektromagnetische omzetter: de fluxverandering in het magneetcircuit is gekoppeld aan de inhomogeniteit van het magnetisch veld – hoe groter die is, des te groter het signaal. Het MM-principe levert relatief hoge signaalspanningen, zodat na de gebruikelijke RIAA-voorversterker een vrij eenvoudige voorversterking met een ingangsimpedantie van 47 kOhm volstaat. Tot eind jaren 90, en tegenwoordig ook weer af en toe, waren veel hifi-versterkers uitgerust met een voor MM-systemen geschikte phono-ingang.
MC – Moving Coil

Mechanisch lijkt de MC-constructie op een MM-systeem, alleen zit hier een spoel aan het einde van de naalddrager en staan de magneet of magneten vast. Bij moving coil gaat het dus om een elektrodynamische omzetter, die relatief lage signaalspanningen levert en daarom een zeer hoogwaardige en ruisarme extra voorversterking noodzakelijk maakt. Voor MC geschikte phono-voorversterkers hebben – meestal instelbare – ingangsimpedanties tussen de 20 en 1000 ohm. Veel gangbare phono-voorversterkers kunnen worden omgeschakeld tussen MC- en MM-bedrijf.
De voordelen van het MC-principe liggen – algemeen gezegd – in het potentieel lagere gewicht van de aan de naalddrager bevestigde spoel. Omdat hier geen zware magneet heen en weer hoeft te bewegen, is een gedetailleerdere aftasting mogelijk. MC-elementen zijn meestal duurder dan MM-systemen en stellen ook hogere eisen aan de rest van de weergaveketen. In klankmatig opzicht zijn ze dan doorgaans superieur aan een moving magnet-systeem.
MI – Moving Iron / MP – Moving Permalloy

Het derde magnetische aftastprincipe wordt, ten onrechte, vaak over het hoofd gezien. In het high-end segment zijn bijvoorbeeld Soundsmith uit de VS of Goldring uit Engeland bekende voorstanders van het MI-principe; de Japanse traditionele fabrikant Nagaoka positioneert zijn MP-elementen in het lage en middensegment als klankmatig superieur alternatief voor MM-systemen. Zoals bij het MM-principe zijn hier de spoelen vast gemonteerd. Aan het uiteinde van de naalddrager zit echter geen zware magneet, maar slechts een piepklein stukje magnetisch metaal (ofwel ijzer, Engels “Iron”, of zgn. mu-metaal, Engels “Permalloy”). Afhankelijk van het element is dit stukje metaal nog eens aanzienlijk lichter dan de spoel van een MC-element, wat kan leiden tot een nog betere aftasting van de plaatgroef. MI- en MP-elementen zijn ook elektromagnetische omzetters, leveren dus hoge signaalspanningen en kunnen daardoor op de MM-ingang van de (voor)versterker worden gebruikt.
Probeer het gewoon eens: in het instapsegment combineert een goed gemaakte MI- of MP-element voor een zeer gunstige prijs de klankmatige voordelen van het dure MC-principe met het eenvoudige gebruik van een MM-systeem. In het hogere segment verkent een MI-element de grenzen van de analoge muziekreproductie en geldt bij veel veeleisende vinylfans als referentie.
Ceramic / Strain Gauge-elementen

Lange tijd waren de zogenaamde keramische elementen bekend als voordelige beginuitrusting van platenspelers. Ze werken volgens het piëzo-elektrische principe, waarbij de naalddrager direct aan een dunne keramische strip is bevestigd. Op deze strip staat een elektrische spanning; door de uitslag van de naald wordt de keramiek verbogen, waardoor deze spanning gemoduleerd wordt. Vanwege de benodigde verbuiging van de keramische strips waren deze elementen vroeger vrij stug geconstrueerd, hadden ze een zeer hoge naalddruk nodig en stonden daarom bekend om een hoog plaatverbruik. De methode is echter in de loop van de tijd doorontwikkeld tot het strain gauge-principe, waarbij extreem dunne en lichte keramische materialen worden gebruikt, zodat bewegende massa en benodigde naalddruk tot het niveau van goede MC-systemen konden worden gereduceerd. Klankmatig is een modern strain gauge-systeem, zoals enkele vinylspecialisten die vandaag de dag nog maken, een echte openbaring. Qua prijs zitten zulke systemen echter duidelijk op high-end niveau, omdat enerzijds de productie complex is en ze anderzijds alleen met een speciale voorversterker kunnen worden gebruikt, die bij het element moet worden aangeschaft.
Luisteren met licht – Opto-elektrische elementen

Nog een heel andere weg bewandelt bijvoorbeeld de fabrikant DS-Audio uit Japan. Ook hier tast een aan een naalddrager bevestigd diamantnaaldje de groef af. Maar deze bewegingen worden door een lichtstraal en een fotocel geregistreerd en omgezet in elektrische impulsen. Het mechanische deel van het systeem werkt dus met een extreem lage bewegende massa en kan zo de fijnste details van de groefwand waarnemen. Het klankpotentieel van het principe is dus enorm, maar het vraagt eveneens om speciale voorversterker-elektronica en is allesbehalve goedkoop.
Laser-aftasting voor platen

Helemaal exotisch en schandalig duur wordt het met laserplatenspelers. Eigenlijk is het idee van volledige contactloze aftasting van de plaat voor de hand liggend en aantrekkelijk. Maar ondanks enorme investeringen in onderzoek zijn de grootste problemen van de technologie nooit opgelost; de laserstraal registreert vuil en stof in de groef net zo onverbiddelijk als de muzikale informatie aan de groefwanden. Met gloednieuwe en zorgvuldig gereinigde platen zou de geluidskwaliteit adembenemend zijn. In het dagelijkse leven is dat echter nauwelijks haalbaar. Toch produceert de Japanse fabrikant nog steeds laserplatenspelers voor veeleisende vinylfans die op zoek zijn naar het beste geluid en daarvoor geen moeite of kosten schuwen.
Ben je nieuwsgierig geworden? Er is een grote keuze aan elementen van (bijna) alle types verkrijgbaar!
